Technische implementatie
Tijdens de eerste twee fasen van het implementatietraject gaat de zorgaanbieder aan de slag met het verbeteren van de gegevenshuishouding in de organisatie. In het technisch implementatietraject (fase 3 t/m 6) gaan zorgaanbieders aan de slag met het implementeren van de technische oplossing, met andere woorden: het realiseren van een datastation.
Fase 3: Oriƫnteren op een datastation
Wanneer een zorgaanbieder besluit tot het geautomatiseerd aanleveren van indicatoren middels een datastation, start de technische implementatie. In fase 3 staat het oriƫnteren op een technische oplossing centraal. Als eerste inventariseert de zorgaanbieder samen met de implementatieadviseur of de zorgaanbieder de ambitie heeft om zelf een datastation te realiseren en/of de organisatie hiertoe in staat is. Als dit niet het geval is, is een datastation in de vorm van een cloud oplossing aan te schaffen (Datastation as a Service - DaaS). Zodra de keuze is gemaakt, stelt de zorgaanbieder een plan van aanpak op, om zicht te krijgen op het tijdspad van de implementatie en de investering (financieel, personeel e.d.). Hierin worden ook de afspraken met de DaaS-leverancier beschreven.
Fase 4: Analyse en inrichten van een datastation
Zodra een contract is gesloten met een DaaS-leverancier start fase 4. In deze fase wordt vastgelegd welke bronsystemen noodzakelijk zijn voor het ontsluiten van de benodigde gegevens. Vervolgens wordt het datastation ingericht met benodigde koppelingen. De werking van het datastation wordt getest en de bevindingen worden verwerkt.
Fase 5: afronden van het datastation
In fase 5 staat het afronden en het permanent in gebruik nemen van het datastation centraal. In deze fase worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over het beheer en onderhoud van het datastation.
Fase 6: Aanleveren via het datastation
Zodra de afspraken rondom het beheer en onderhoud van het datastation zijn vastgelegd, kan de zorgaanbieder een uitvraag van het betreffende uitwisselprofiel beantwoorden via het datastation! Via de koppelingen met de bronsystemen en de ingeladen gegevens, is het datastation in staat om geautomatiseerd de indicatoren te berekenen. Wanneer de indicatoren via het datastation zijn berekend, heeft de zorgaanbieder de mogelijkheid om deze te controleren en waar nodig handmatig aan te passen. Bij akkoord stelt de zorgaanbieder de indicatoren beschikbaar aan de betreffende ketenpartij. Deze heeft enkel toegang tot de antwoorden van de indicatoren en niet tot de gegevens die gebruikt zijn om tot die antwoorden te komen.
Benieuwd hoe een zorgaanbieder de Technische Implementatie heeft doorlopen? Lees hier verder!